Hoe DSL-filters te testen

Digital Subscriber Line (DSL)-modems delen lijnen in uw huis met telefoons, faxapparaten, antwoordapparaten en andere apparaten. Informatie die door één apparaat wordt verzonden, verstoort soms uw DSL-internetverbinding. Dit is de reden waarom DSL-modems vaak worden geleverd met filters, die u installeert op telefoonaansluitingen waarop alles behalve een DSL-modem is aangesloten. Als u merkt dat uw DSL-verbinding slechter wordt of helemaal uitvalt, werkt een van uw filters mogelijk niet goed. Zo kunt u testen of uw DSL-filters werken:

Stap 1

Koppel alle apparaten in uw huis los die zijn aangesloten op telefoonlijnen, behalve uw DSL-modem en één telefoon.

Stap 2

Koppel alle DSL-filterdongles los van de telefoons en andere apparaten in uw huis.

Stap 3

Sluit een DSL-filter aan op een telefoonstopcontact en sluit de telefoon aan op het filter.

Stap 4

Bel een nummer dat u kunt vastleggen terwijl u uw filters test. Plaats de ontvanger in de buurt van een stereo-installatie of luidspreker die muziek afspeelt of anderszins lawaai maakt.

Stap 5

Terwijl het telefoongesprek aan de gang is, gaat u naar een van de snelheidstesttools die zijn gekoppeld in het gedeelte Bronnen en klikt u op 'Test starten' of 'Test starten'. Kies een locatie bij u in de buurt, als u een optie krijgt. Let op de snelheidsclassificatie die aan het einde van de test wordt gegeven.

Stap 6

Hang de telefoon op en vervang het DSL-filter door een ander, niet-getest filter.

Herhaal stap vier tot en met zes totdat u al uw DSL-filters hebt getest. Als u bij de internetsnelheidstest bij een van de filters lagere prestaties opmerkt dan bij de andere, is dat filter waarschijnlijk defect.