Wat zijn de functies van een router op internet?

Routers zijn apparaten die in een netwerk worden gebruikt om internetverkeer van de bron naar de bestemming te leiden. Routers worden gebruikt in particuliere netwerken en op internet. Routers dienen ook om te beschermen tegen verkeer van buitenaf dat een intern netwerk binnenkomt.

Segmentatie

Routers kunnen het internetnetwerk segmenteren van het interne netwerk in een huis of bedrijf. Routers sturen pakketten van het interne netwerk naar de internet-'cloud'. De internetcloud wordt beschouwd als elke computer buiten het interne netwerk. Een router dient om het verkeer dat bestemd is voor internet buiten het interne netwerk te houden als veiligheidsvoorziening. Het voorkomt ook het verlies van gegevens van een datapakket dat naar het verkeerde netwerk gaat.

IP-toewijzing

Elke computer op internet heeft een Internet Protocol-adres nodig. Een IP-adres is het adres van de computer op het netwerk en het is een vereiste om communicatiepakketten op internet te verzenden en te ontvangen. Dynamisch hostconfiguratieprotocol wijst een IP-adres toe aan elke computer die verbinding maakt met het netwerk. DHCP is een veelgebruikte optie op de meeste routers op internet, inclusief routers die worden gebruikt voor thuis- en kantoornetwerken.

Firewall

Interne netwerken hebben bescherming nodig tegen hackers en onbevoegde, kwaadwillende gebruikers. Een firewall blokkeert verkeer van een onbevoegde gebruiker. Het beschermt de bedrijfsgegevens door alleen geautoriseerde gebruikers toegang te geven tot het netwerk. Firewalls kunnen op elke desktop in het netwerk worden geïnstalleerd, maar routers op internet worden geleverd met firewall-firmware en -software.

Randapparatuur en bestandsdeling

Met routers kunnen verschillende gebruikers ook bronnen delen, waaronder printers, faxen, scanners en bestandsmappen op externe schijven. Een netwerkbeheerder kan printers en faxen op de router instellen zodat een hele organisatie deze via het netwerk kan gebruiken. Dit elimineert de kosten en de ruimte die nodig is om voor elke gebruiker op het netwerk een printer te hebben. Gedeelde bestanden en mappen op de harde schijf van een gebruiker kunnen via het netwerk worden gedeeld zonder dat ze afgedrukt of gearchiveerd hoeven te worden. Dit bespaart het bedrijf ook geld en middelen, en gebruikers kunnen functies sneller uitvoeren, zelfs als ze zich op verschillende geografische locaties bevinden.