Problemen met lege regels op inkjetprinters oplossen

Als uw inkjetprinter werkt maar lege regels op de pagina's achterlaat, is het belangrijk om zo snel mogelijk de oorzaak van het probleem te vinden. Hoe langer u met dit probleem doorgaat met afdrukken, hoe meer inkt en geld u verspilt. Een aantal dingen kunnen lege regels op de pagina veroorzaken, dus het is belangrijk om het probleem zorgvuldig op te lossen.

Stap 1

Open het hulpprogramma voor het reinigen van de printkop dat voor uw computer is geïnstalleerd. De meeste grote printerfabrikanten bieden een op software gebaseerd hulpprogramma dat printereigenaren kunnen gebruiken om de kleine inkjets die de printer gebruikt om de voltooide uitvoer te maken, te testen, op te schonen en opnieuw uit te lijnen. Als er lege plekken op het papier zijn als de printer klaar is, is de kans groot dat sommige van deze inkjets verstopt zijn met opgedroogde inkt, papierstof of ander vuil.

Stap 2

Volg de instructies voor het programma en gebruik het om de printkop te reinigen, uit te lijnen en te testen. Tijdens dit proces moet u meerdere vellen papier beschikbaar hebben; het programma werkt door een reeks horizontale en verticale lijnen af ​​te drukken en de gebruiker te vragen de kwaliteit van de uitvoer te controleren. Het kan meerdere keren duren voordat de printkoppen volledig zijn gereinigd.

Stap 3

Test uw printer door een zelftestpagina af te drukken of door een van uw eigen documenten af ​​te drukken. Onderzoek de uitvoer zorgvuldig op witregels of variaties in kleurkwaliteit. Als u nog steeds lege regels of een inconsistente afdrukkwaliteit opmerkt, moet u de inktcartridges reinigen - en mogelijk vervangen.

Stap 4

Til de printerkap op om de inktcartridges bloot te leggen en klap vervolgens het plastic stuk dat de cartridges afdekt omhoog. Trek de cartridges naar u toe en til ze voorzichtig op en uit de printer. Leg de printercartridges opzij en zorg ervoor dat u de metalen sensor aan de onderkant van de cartridge niet aanraakt.

Stap 5

Onderzoek de binnenkant van de printer, met name het gebied waar de inktpatronen in de printer passen. Als u inkt- of papierstof opmerkt, veeg dit dan voorzichtig weg met een licht vochtige doek of een wattenstaafje.

Draai de printcartridges om zodat de metalen connector rechtop staat. Zoek naar opgedroogde inkt of stof en gebruik een wattenstaafje om het weg te vegen. Zorg ervoor dat de cartridges grondig zijn gereinigd voordat u ze weer in de printer plaatst. Nadat u de cartridge hebt vervangen, klapt u de plastic cartridgeklep omlaag, sluit u de printerklep en zet u de printer weer aan.