Hoe een 24 volt relais te testen

Relais zijn elektromechanische apparaten, wat betekent dat ze bewegende delen hebben en storingsgevoelig zijn. Uiteindelijk verslijten de veer of de contacten. Wanneer dit gebeurt, hoewel het relais nog steeds zijn klassieke "klikkende" geluid kan maken wanneer de spoel wordt bekrachtigd, voltooit het niet langer de elektrische verbinding tussen de klemmen. Vaak is er een storing in een relais wanneer een technicus problemen met een groter elektrisch circuit oplost. Als u zeker weet of het relais de boosdoener is, bespaart u veel tijd in het reparatieproces.

Stap 1

Identificeer de klemmen op de relaismodule. Meestal zijn het er vijf, maar er zijn veel soorten en verschillende stijlen kunnen voor bepaalde toepassingen vaker voorkomen. Symbolen voor de terminalnaam kunnen aanwezig zijn op de plastic behuizing van het relais. NC, NO en COM staan ​​voor respectievelijk normaal gesloten, normaal geopend en normaal. Bovendien kunnen de spoel- of elektromagneetaansluitingen (meestal twee) grafisch worden gemarkeerd als een symbool dat verschijnt als een lusvormige spoel.

Stap 2

Breng spanning van de 24 volt batterij aan op de spoelterminals op het relais met behulp van krokodillenklemjumpers. Er is geen polariteitsgevoeligheid voor de relaisspoelen, sluit eenvoudig de positieve kant van de batterij aan op de ene kant van de spoel en de negatieve kant van de batterij op de andere. Er moet onmiddellijk een hoorbaar klikgeluid worden gehoord, omdat de spoel wordt bekrachtigd en de interne veerbelaste "gemeenschappelijke" aansluiting van het relais zal aantrekken. Dit klikgeluid is een goed teken, maar betekent niet noodzakelijk een functioneel relais.

Stel de ohm-meter in op continuïteitstestmodus. Gebruik de sondes van de meter om onder verschillende omstandigheden de continuïteit te meten via het relaiscontact. Wanneer de spoel van het relais wordt bekrachtigd, moet continuïteit beschikbaar zijn via de gemeenschappelijke en normaal open klemmen. Wanneer de spoel inactief is, moet er continuïteit zijn via de gemeenschappelijke en normaal gesloten klemmen. Als er verschillende meetwaarden optreden of als er geen meetwaarden veranderen tussen actieve en inactieve toestanden van de spoel, is het relais beschadigd en moet het worden vervangen.