Een kalender maken in Java (4 stappen)
De kalenderklasse van Java slaat informatie op over een moment in de tijd. De klas kan worden gebruikt om te vergelijken met verschillende tijden, om informatie over een bepaalde tijd te manipuleren of om de huidige tijd vast te stellen. Het maken en manipuleren van de kalenderklasse is relatief eenvoudig. De programmeur hoeft slechts één bestand uit het pakket java.util te importeren. Een kalenderobject kan binnen een programma lokaal of globaal zijn en kan eenvoudig worden geïnitialiseerd op de huidige tijd.
Stap 1
Typ "import java.util.Calendar" bovenaan het java-bestand, buiten de klassedeclaratie, waarin je een kalender gaat maken om de klasse Calendar in je programma te importeren.
Stap 2
Typ "Agenda cal = Calendar.getInstance();" overal waar je een kalenderobject nodig hebt om een nieuwe kalender met de naam cal te maken met de huidige datum en tijd in je programma. Wijzig "cal" in een andere variabelenaam wanneer u meer dan één kalenderobject maakt.
Stap 3
Gebruik de methode set(int Field, int Value) van het kalenderobject om de tijd in te stellen waarop uw kalenderobject moet staan. Gebruik de constanten in de klasse Calendar om het veld en de waarde te definiëren. Typ bijvoorbeeld "cal.set(Calendar.MONTH, Calendar.MAY);" zal de kalendermaand instellen op mei. Typ "cal.set(Calendar.YEAR, 1988);" zal het kalenderjaar instellen op 1988.
Gebruik de methode get(int Field) van het kalenderobject om de waarde te retourneren die in een bepaald veld is opgeslagen. Gebruik opnieuw de constanten in de klasse Calendar om het veld te definiëren. Bijvoorbeeld, "int i = cal.get(Calendar.YEAR)" zal de waarde 1988 toewijzen aan de variabele i.