Hoe werkt een tuimelschakelaar?
Schakelaars zijn elektrische componenten die worden gebruikt om de stroom aan en uit te zetten voor verschillende soorten apparaten die op elektriciteit werken. Schakelaars bereiken dit door het elektrische circuit te onderbreken om de stroom te verwijderen en het circuit opnieuw in te stellen om de stroom te herstellen.
Een tuimelschakelaar is een type schakelaar die het elektrische circuit verbreekt en verbindt door in de ene richting te "schommelen" om het circuit te verbreken en in de andere richting om het circuit aan te sluiten. Tuimelschakelaars zijn zeer gebruikelijk en zijn te vinden in veel soorten apparaten, van videogamespelers tot medische instrumenten.
Er zijn twee hoofdcomponenten van elk type tuimelschakelaar. Het eerste onderdeel is een actuator, gemonteerd op een as waardoor deze heen en weer kan draaien. Een actuator is het deel van een schakelaar dat beweegt en kracht uitoefent op de contacten om de schakelaar in of uit te schakelen. Het tweede onderdeel van de tuimelschakelaar is de set contacten. De status van de contacten bepaalt of de schakelaar aan of uit staat.
Een set contacten kan 'gesloten' of 'open' zijn. Gesloten contacten laten de stroom van elektriciteit toe, wat betekent dat de schakelaar is ingeschakeld. Open contacten onderbreken de stroom van elektriciteit, wat betekent dat de schakelaar is uitgeschakeld. Wanneer een tuimelschakelaar in de "aan"-richting wordt geschakeld, duwt deze de contacten in een "gesloten" positie. In de gesloten positie raken de contacten elkaar, waardoor er elektriciteit tussen kan stromen. Hierdoor kan er stroom in het apparaat stromen dat wordt bediend door de tuimelschakelaar. Wanneer de tuimelschakelaar in de uit-richting wordt geduwd, worden de contacten in een open positie getrokken. Wanneer de contacten in een open positie staan, raken ze elkaar niet aan. Dit voorkomt dat er elektriciteit tussen stroomt en ontkoppelt de stroom van het object dat wordt bediend door de tuimelschakelaar.