Excel gebruiken om de relatie tussen twee gegevenssets te bepalen (5 stappen)
Microsoft Excel kan u helpen uw gegevens te visualiseren om relaties tussen twee sets te bepalen. Excel heeft verschillende grafieken die uw waarden converteren naar gegevenspunten en waarmee u kunt zien welk type koppeling uw gegevenssets hebben. U kunt de grafieken van Excel ook gebruiken om te bepalen dat er geen verband is tussen twee gegevenssets. Door uw gegevens op te slaan in een Excel-spreadsheet kunt u uw gegevens visualiseren, berekenen en analyseren. U kunt uw grafiek e-mailen, kopiëren naar een ander document of in een presentatie plaatsen.
Stap 1
Open het Excel-spreadsheet dat uw twee gegevenssets bevat. Als u uw gegevenssets nog niet in Excel hebt, maakt u een nieuwe spreadsheet en kopieert en plakt u uw gegevenssets in een nieuw blad. Plaats uw x-waarden in kolom A en uw y-waarden in kolom B.
Stap 2
Label kolom A met een beschrijving van uw x-waarden. Label kolom B met een beschrijving van uw y-waarden. U kunt uw grafieken gemakkelijker instellen als uw datasets gelabeld zijn.
Stap 3
Markeer uw gegevensbereik en selecteer het tabblad "Invoegen" van het lint bovenaan de pagina. Klik op "Scatter" onder het gebied "Charts" om een scatterplot te maken. Een scatterplot neemt de x-waarde en de bijbehorende y-waarde om een gegevenspunt op uw grafiek te maken.
Stap 4
Selecteer de opties "Scatter met alleen markeringen" onder de knop "Scatter". Klik op de knop "Lay-out" op het lint en selecteer "Trendline" onder het gebied "Analyse". Door een trendlijn te maken, kunt u visueel bepalen hoe nauw uw twee gegevenssets verwant zijn.
Klik op de knop "Meer trendlijnopties", selecteer "Lineair" of "Exponentieel" en vink het vakje "R-kwadraat" aan. U ziet de "R-kwadraat"-waarde op de grafiek, die u kunt gebruiken om de sterkte van de lineaire relatie te bepalen. Waarden dichtbij -1 of 1 staan voor sterke relaties en waarden dichtbij 0 zijn zwakke lineaire relaties.