Hoe de beveiliging van een draadloos netwerk te controleren

Een draadloos netwerk, ook wel een draadloos lokaal netwerk of WLAN genoemd, geeft gebruikers toegang tot een computernetwerk met behulp van radiosignalen in plaats van Ethernet-kabels. Draadloze netwerken gebruiken een draadloos toegangspunt ("WAP") dat gegevens ontvangt en verzendt naar draadloze apparaten zoals laptops en smartphones. Omdat veel draadloze netwerken een of andere vorm van beveiliging gebruiken om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers inloggen op het netwerk en om gegevensoverdracht tegen hackers te beschermen, moet u de beveiligingsinstellingen van een draadloos netwerk controleren voordat u er toegang toe krijgt.

Stap 1

Zoeken naar beschikbare netwerken. Open het menu "Wi-Fi-instellingen" of "draadloze instellingen" met behulp van een apparaat met draadloze functionaliteit, zoals een smartphone of laptop. Afhankelijk van uw apparaat kunt u zoeken naar beschikbare draadloze netwerken binnen het bereik van uw apparaat, wat een lijst met draadloze netwerken oplevert, of u kunt een specifieke SSID (netwerknaam) invoeren voor het draadloze netwerk waartoe u toegang wilt.

Stap 2

Selecteer een netwerk uit de lijst "Beschikbaar". Selecteer of markeer het draadloze netwerk. Als het netwerk beveiligd is, wordt het aangeduid met een slotpictogram.

Stap 3

Log in op de draadloze router om de instellingen te controleren. Als u de beveiliging van uw draadloze thuis- of zakelijke netwerk controleert, kunt u inloggen op de draadloze router om de beveiligingsinstellingen te controleren en te wijzigen. Typ hiervoor de URL van de router in een browser, druk op "Enter" en voer vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in die in de handleiding van de router staan. Hiermee wordt de startpagina van de routerinstellingen geladen.

Open het menu met beveiligingsinstellingen. Wanneer de startpagina van de router wordt geladen, klikt u op de link met beveiligingsinstellingen. Hier kunt u de SSID (netwerknaam) van het draadloze netwerk controleren en bepalen welk type beveiliging het draadloze netwerk gebruikt, zoals WPA, waarvoor een alfanumerieke toegangscode vereist is, of WEP, waarvoor een minder veilige numerieke toegangscode wordt gebruikt. Als geen van deze coderingsinstellingen is geselecteerd, is het draadloze netwerk onveilig en kan het door elke gebruiker worden geopend. Zorg ervoor dat u alle wijzigingen die u aanbrengt in de beveiligingsinstellingen van uw router opslaat en uw draadloze apparaten bijwerkt om deze wijzigingen weer te geven.