Hoe de microscoop van Leeuwenhoek werkt
Anton van Leeuwenhoek
Anton van Leeuwenhoek (1632 tot 1723) was een Nederlandse lakenkoopman die letterlijk honderden microscopen maakte. Hoewel in die tijd samengestelde lenzen werden uitgevonden, waren ze nog niet geperfectioneerd, en dus werkten de microscopen van Leeuwenhoek allemaal op basis van een eenvoudiger vergrotingssysteem. Leeuwenhoeks vaardigheid als lensslijper was essentieel voor het succes van zijn microscopen en stelde hem in staat om in wezen verheerlijkte vergrootglazen te maken die een object tot meer dan 100 keer konden vergroten.
De Basis Leeuwenhoek Microscoop
De standaard Leeuwenhoek-microscoop bestaat uit vier delen: een kleine lens om het object te vergroten, een punt om het object voor de lens te houden (en eventueel te draaien), een schroef om de positie van het object aan te passen en een grote bodemplaat om alles bij elkaar te houden. Het object wordt op de punt gespietst en de schroeven worden gebruikt om het object te draaien en het dichter bij of verder van de lens te brengen.
Hoe het werkt
Het object wordt stevig op zijn plaats gehouden achter de lens, waardoor een virtueel beeld van het object ontstaat dat groter is dan het werkelijke object. Door het object dichter bij de bolle lens te plaatsen dan de werkelijke brandpuntsafstand van de lens, wordt het object dichterbij dan de beoogde focus en lijkt het dus groter in het beeld dat in de lens wordt gecreëerd.
Het spiesobject, in het geval van de Leeuwenhoek-microscoop, wordt stevig op zijn plaats gehouden achter de lens, dichterbij dan het brandpunt van die bolle lens. Omdat elk individu echter een andere brandpuntsafstand heeft, is er een instelschroef voorzien om de afstand tussen object en lens te variëren om ervoor te zorgen dat een optimale vergroting kan worden bereikt.
Zie bronnen hieronder voor informatie over het maken van uw eigen Leeuwenhoek-microscoop.