Hoe werkt een scanner?
Er zijn vier verschillende soorten scanners: flatbed, vellenscanner, handscanner en drum. De meest populaire scanner die wordt gebruikt met een personal computer is de flatbedscanner. Om te beginnen met scannen, wordt een document of item meestal op een glazen oppervlak geplaatst en wordt de klep gesloten om schade aan de lens te voorkomen. De scanner scant het document en maakt een gedupliceerde afbeelding en slaat deze vervolgens op in een map op de laptop of pc. Sommige scanners bieden softwareprogramma's waarmee gebruikers functies op het document kunnen manipuleren of wijzigen, zoals het contrast verminderen, de kleur aanpassen en zelfs documenten samenvoegen.
Een computerscanner is meestal aangesloten op een pc of laptop, zodat de gescande items kunnen worden overgebracht naar het bureaublad van de gebruiker, via e-mail naar een andere ontvanger kunnen worden gestuurd of zelfs kunnen worden afgedrukt en gedupliceerd. Vaak heeft een gebruiker een pagina uit een handleiding of een gekopieerd recept nodig, dus door het item te scannen, kunnen ze deze informatie gemakkelijk met anderen delen. Sommige scanners zijn draagbaar en kunnen op elke locatie worden gebruikt.
Als de scanner op een printer is aangesloten, kan deze eenvoudig de afbeelding scannen en vervolgens het gewenste aantal kopieën maken. Als de scanner op zichzelf staat, kan deze via een USB-kabel op een computer worden aangesloten en het signaal via de kabel stuurt het gescande materiaal naar het bureaublad. Als een printer met hoge resolutie is ingesteld om het gescande document van de scanner of de computer te ontvangen, zal deze documenten en items die zijn gescand, net zo afdrukken alsof ze vanaf een kopieermachine zouden worden gekopieerd. Scanners kunnen ook in kleur scannen, zodat de gebruiker profiteert van professionele, hoogwaardige beeldresultaten.