Verschillen tussen ster- en delta-verbindingen
In de wereld van circuits zijn de ster- (of "Y") en delta-verbindingen twee basismanieren om drie spanningsbronnen met elkaar te verbinden. Terwijl de sterverbinding eruitziet als een Y waarbij elke "straal" van de ster naar een spanningsbron leidt, ziet de deltaverbinding eruit als een driehoek, waarbij elke zijde zijn eigen spanningsbron bevat. De voordelen van elke configuratie ten opzichte van de andere in termen van stabiliteit en stroomsterkte maken ze meer of minder geschikt, afhankelijk van de situatie.
De sterverbinding
De ster- of "Y"-verbinding brengt drie spanningsbronnen naar een gemeenschappelijk punt. In sommige gevallen is een neutrale vierde draad op hetzelfde punt aangesloten om problemen te verlichten als een van de spanningsbronnen niet opengaat.
De Delta-verbinding
De deltaverbinding wordt zo genoemd vanwege de gelijkenis met het Griekse teken "delta", dat eruitziet als een driehoek. In een dergelijke configuratie bevat elke zijde van de driehoek een spanningsbron en is er geen gemeenschappelijk verbindingspunt. Vanwege deze configuratie is er geen neutrale draad nodig, omdat een van de bronnen mogelijk niet opengaat zonder de spanning of stroom in het systeem te beïnvloeden.
Voordelen van Y boven Delta:
Hoewel de sterverbinding zeker vatbaar is voor niet-openen, zorgt de configuratie ook voor een kleinere stroom door de draad. Daarom is een draad met een kleinere dikte vereist. Dit lijkt misschien geen grote overweging, maar wanneer duizenden meters draad worden gebruikt, kan zelfs een klein verschil in de dikte van de gebruikte draad zich vertalen in honderden ponden koper.
Voordelen van Delta boven Y
Zoals opgemerkt, is het belangrijkste voordeel van de delta-verbinding de mogelijkheid om het systeem niet significant te beïnvloeden, zelfs als een van de bronnen niet opent of is uitgeschakeld. Om deze reden worden deltaconfiguraties als betrouwbaarder beschouwd, ook al worden er grotere lijnstromen gegenereerd.